Heeft u een vader, moeder, broer, zus of kind verloren? Dan herkent u het vast dat mensen graag willen dat het (snel) beter met u gaat. Ze geven u adviezen en tips voor jouw rouwproces bij overlijden. Ze noemen therapeuten, boeken of lotgenotengroepen en ze bedoelen dat allemaal heel erg goed.

Ik, Maartje Lute, verloor mijn baby in 2018. Ons werd in ons rouwproces onder andere rouwtherapie aangeraden. En via een stichting, konden we in contact komen met ouders die hetzelfde hadden meegemaakt als wij.

Rouw verwerken, hoe doet u dat?

Tja, nou ja dat zal dan wel moeten, dacht ik. Dat hoort er vast bij als uw kind overlijdt. Ik maakte een afspraak met een rouwtherapeut en ik oefende wat druk uit op mijn vriend omdat ik vond dat hij er ook bij moet zijn. Achteraf bleek dit niet de juiste manier, maar hij stemde toch toe. Het was een heel vriendelijke vrouw. We vertellen ons verhaal, zij luistert en ze geeft ons tips. Eén van die tips is om een vast moment in de week af te spreken om het samen over ons overleden kindje Benja te hebben. Het klinkt als een goed idee, maar uiteindelijk komt het er niet van. Die wekelijks geplande gesprekken blijken in de praktijk toch niet zo goed te werken. We bleven zitten met de vraag “Rouw verwerken, hoe doe u dat?” Misschien heeft u wat aan deze tips.

1. Lotgenoten en hun rouwproces

Mijn vriend neemt contact op met OOK (ouders overleden kind), hij legt uit wat onze situatie is en hij krijgt een telefoonnummer van een stel dat iets soortgelijks heeft meegemaakt. ‘Deze mensen kunnen we dus bellen’, zegt hij. Hij kijkt er een beetje ongelukkig bij als hij me het papiertje met hun nummer geeft. Ik heb er eigenlijk helemaal geen behoefte aan om andere mensen hun verhaal aan te horen, denk ik. Ik heb mijn eigen verhaal. Ik heb genoeg mensen om me heen bij wie ik me verhaal kwijt kan. Ik geef ook aan bij mensen dat ik graag over Benja praat en vraag ze of ze naar me willen luisteren. Alleen maar luisteren, dat is genoeg. Ook mijn vriend is opgelucht dat we die mensen niet hoeven te bellen.

2. Schrijven

Als ik er nu, na bijna twee jaar, op terugkijk heb ik niet het idee dat we een gouden tip hebben gekregen van onze rouwtherapeut. Ik kan niets iets noemen wat door haar gezegd is dat mij heeft specifiek geholpen. Dat geeft ook niet. Maar wat heeft mij wel geholpen dan? Inmiddels weet ik dat het opschrijven van mijn verhaal me heel veel goed heeft gedaan. Ik wilde alles onthouden, alles vastleggen, alles documenteren, niks mocht verloren gaan. Ik heb bijna boeken volgeschreven. Ik begon al met bloggen toen Benja op de intensive care lag en ging er mee verder toen hij overleden was. Van elke minuut wilde ik onthouden hoe ik me gevoeld had.

3. Praten en lezen

Ik heb heel veel gepraat met vriendinnen en familie, ik waarschuwde ze zelfs wel eens. Dan zei ik: ‘Ik ga nu praten en als ik over vijf uur nog niet ben gestopt mag u me onderbreken.’ Ik heb veel gelezen. Vooral spirituele boeken die mijn idee over de dood hebben veranderd. Ik heb een aantal therapieën bij hypnotherapeuten en regressietherapeuten gedaan. Ik ben ook bij mediums geweest. Elke keer kwam ik een stapje verder in mijn proces. Elke keer voelde het voor mij weer een beetje lichter.

4. Tastbare herinneringen

Ik maakte een mooi plankje in de huiskamer waar spulletjes voor Benja op kwamen te staan. Zijn kleine urntje met as, edelsteentjes, knutsels van Boaz, mijn andere zoon, veertjes die we op straat vinden, kaarsen en nog veel meer. Ik liet een tatoeage zetten met zijn as erin. Inmiddels heb ik vijf tatoeages, niet allemaal met as overigens. Voor mijn gevoel draag ik hem zo altijd bij me. het zijn mooie gespreksopeners. Als mensen vragen wat mijn tattoo ‘betekent’ kan ik er altijd voor kiezen om over Benja te praten. Dat zijn de dingen die mij hebben geholpen.

Een andere mooie vorm van een tastbare herinnering is een sieraad. Memorie Sieraden maakte eerder voor Heike een prachtige libelle, maar andere assieraden zijn ook mogelijk.

Wat hielp u in uw rouwproces?

Omgaan met verlies en het rouwen is voor iedereen persoonlijk, daarom stelde ik deze vraag ook aan de NEL community waar 1200 ouders van overleden kinderen aan deelnemen.

Bea Dankelman: ‘Mijn dochter overleed heel plotseling op 6 jarige leeftijd door een ongeluk. Ik was op dat moment alleenstaande moeder van één kind. Zij bepaalde mijn dagindeling! Om mijn ritme niet in de war te laten komen, ging ik op een normaal tijdstip naar bed en zette de wekker zodat ik een goed dag- en nachtritme bleef houden. En ik heb mijn eigen hart gevolgd, gedaan wat goed voelde voor mij.’

Laura Litjens: ‘Twee weken na Seb’s overlijden ben ik naar een rouwtherapeut geweest die helaas ook haar kindje verloren had. Hierdoor wist zij heel goed hoe het was. Hier heb ik wel heel veel steun aan gehad.’

Bianca van Neerven – Oelderik: ‘Schrijven heeft mij geholpen. Ik heb een site gemaakt voor onze jongens. Mijn hoofd zat zo vol. Zo kon ik mijn ei kwijt.’

Milanda Stalman-Houben: ‘In de afgelopen 20 jaar heb ik verschillende wegen bewandeld om het leven weer vast te kunnen pakken. Psycholoog, kinesiologie, homeopathie, maatschappelijk werk. De fases in u leven vragen soms om een andere kijk op en begeleiding.’

Marije Leegwater: ‘Ik ben een half jaar na mijn zoons geboorte (stil) in therapie gegaan bij de psycholoog van het ziekenhuis waar hij is geboren. Zij vond schrijftherapie bij mij passen en dat heb ik afgesloten rond een jaar na dato. Heel tevreden over deze manier en het heeft mij zeker geholpen.’

Chantal Greven: ‘Ik ben gaan lopen (alleen) met onze hond soms wel 20 kilometer op een dag…. en ik deed het elke dag! Bijna een jaar lang gedaan en daar op zoek gegaan naar mijn rol en plek in dit leven… Als u ruim 5 jaar alleen maar bezig bent geweest met overleven. En ineens is er niks meer wie ben ik dan nog?’

Margreet Enting: ‘Ik duik vol in de emoties die opkomen, trap obstakels om die ik tegenkom. En ik tracht, door open te zijn over ons verlies, het taboe rondom stilgeboorte te doorbreken. Daarnaast heb ik samen met een collega de scholing ‘verlies kindje’ opgezet en zo wil ik mijn persoonlijk en professionele ervaring in positiviteit omzetten.’

Kelly de Boom: ‘Eindeloos veel schrijven. De eerste weken soms wel tien keer per dag, allemaal gericht aan mijn dochtertje. Dat werd later een keer per dag en inmiddels (vier jaar later) alleen wanneer ik die behoefte voel. Dus voor mij was schrijven de weg om tot rust te komen. Dingen op een rijtje te proberen te krijgen en een soort begrip op papier te vinden waar de rest van de wereld dat mij niet bracht.’

Laura Geisterfer-Doeve: ‘Het is pas 3,5 maand geleden dat ik Xen verloor bij precies 39 weken zwangerschap. Ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde en dat is mijn houvast. Ik weet dat zijn overlijden niet voor niets is geweest. Dit was ons zielenopdracht samen. Ik voel hem om me heen, hij laat zich ook ‘zien’. Dat is een troost maar ook een gemis.’

Liesbeth Van Tienhoven van Goch: ‘Schrijven, schrijven terug lezen en schrijven dat was en is nog steeds wat mij helpt om niet in te storten.’

Berry Akkermans: ‘Maartje (14) is overleden aan suïcide in 2015. Ik heb contact gezocht met een lotgenotengroep buiten de reguliere paden. Dit was een groep in Rotterdam die is ontstaan op initiatief van een vader van wie de dochter ook weg is gegaan. Iedere twee weken. Deze groep heeft mij echt weer in het zadel geholpen. . . Terwijl ons, in deze groep allen hetzelfde is overkomen. Zij bewezen mij dat de gevoelens, het verdriet, mijn gedachten, mijn ingestorte wereld etc. niet aan mij lag maar dat dit bij het rouwproces hoorde.’

Arrijanne van Driel: ‘Mijn zoon is 15 september j.l. overleden, hij was 27 jaar. Schreeuw soms in wanhoop naar Boven: hoe moet ik rouwen, GVD, hoe doe je dat!!! Ik weet het niet en ‘doe’ maar wat… Ik huil, schreeuw, stampvoet, werk, schrijf, luister naar mijn zoon zijn muziek, ga naar mijn Cursus in Wonderen groep, drink soms mijn verdriet weg met een wijntje, heb gesprekken met een professional, lees ondersteunende boeken, heb af en toe contact met zijn vriendengroep, huil, schreeuw, stampvoet, werk, schrijf enzovoort. Zoiets?’

Corine Nijland-Post: ‘Ik heb therapie gehad: EMDR, zodat ik lucht kreeg om mijn gedachten en gevoel te delen of te verwerken. Het verdriet en het gemis blijft, maar praten, praten, praten helpt. Ik ben druk met alles te verzamelen en proberen in een album te doen, zijn tekeningen, gedichtjes, foto’s, schriftjes. Het is veel, maar laat mij maar bezig zijn.’

Omgaan met rouw

Ik merk het steeds vaker, er is niet één manier. Er is niet één manier van omgaan met rouw, niet één manier om te verwerken, niet één manier om aan rouwverwerking te doen. Bovenstaande reacties zijn een deel van de reacties die ik heb gehad op de vraag: hoe doet u aan rouwverwerking? Wat ik heel vaak naar voren zie komen is schrijven. Het opschrijven van uw gevoelens, emoties, gedichtjes, dagelijkse dingen. Maar ook EMDR is een goede start als u uw emoties niet de baas bent. Gesprekken met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Herkenning in de vorm van een lotgenoot, lotgenotengroep of therapeut kan zeker helpen. Herinneringen levend houden. Foto’s, video’s, tastbare dingen verzamelen. En praten. Vraag mensen om naar u te luisteren. Er zijn genoeg mensen die tegen u zeggen: Als ik iets voor u kan doen… Dat kan dus, laat ze gaan zitten en laat ze luisteren. Dat is al iets wat enorm helend werkt. En verder, sommige dingen zullen bij u passen en andere niet. Dus probeer dingen uit. Er komt uiteindelijk vast een therapie, boek, workshop, groep, gesprek of activiteit waar u u prettig bij voelt en die u verder kan helpen.